Protectionisten willen niet dat buitenlanders naar Nederland komen om hier te werken, ze willen niet dat Nederlandse ondernemers banen outsourcen en ze willen niet dat Nederlandse consumenten producten van buitenlandse producenten kopen. Om dit voor elkaar te krijgen moeten we ons flink inspannen. De grenzen moeten bewaakt worden. Nederlandse ondernemers die outsourcen moeten gestraft worden. Buitenlanders die tijdelijk in Nederland verblijven moeten in de gaten gehouden worden. Op illegale immigranten moet gejaagd worden. Als we dit nalaten, komen de buitenlanders immers vanzelf hier werken, gaan Nederlandse ondernemers vanzelf banen outsourcen en gaan Nederlandse consumenten buitenlandse producten kopen. Omdat we ons inspannen om ervoor te zorgen dat banen die anders naar buitenlanders zouden gaan in Nederlandse handen komen, is het niet redelijk om te stellen dat protectionisme ons ertegen beschermd dat buitenlanders ‘onze’ banen stelen. Wij stelen hun banen.
Banen stelen zou al fout zijn als alle werklozen van alle landen aan elkaar gelijk waren. In werkelijkheid heeft een werkloze het in weinig landen zo goed als in Nederland. Dat betekent dat de mensheid er netto in welzijn op achteruit gaat door onze diefstallen. Als een soort omgekeerde Robin Hood stelen we van de armen om aan de rijken te geven.
Als we bij economen te raden gaan komt er een ander beeld naar voren. Onze acties om banen stelen hebben waarschijnlijk geen effect op de werkgelegenheid, wat goed nieuws voor arme buitenlanders is, maar wel op wereldwijde productiviteit, wat slecht nieuws voor iedereen is. Omdat arbeiders ook consumenten zijn, creëren nieuwe arbeiders nieuwe banen. Daarom heeft de werkgelegenheid in Nederland de bevolkingsgroei altijd kunnen bijhouden. Daarom vormt globalisatie geen bedreiging. Daar komt nog bij dat Nederlanders vaardigheden hebben die buitenlanders nog moeten leren, zodat een hoop nieuwe vacatures alleen door Nederlanders gevuld kunnen worden. De productiviteit stijgt omdat vrij verkeer van goederen toelaat dat landen zich richten op de industrieën waar zij het meest productief in zijn. Vrij verkeer van arbeiders laat bovendien toe dat arbeiders zich efficiënter over landen verdelen. Internationale concurrentie zorgt ervoor dat mensen van die vrijheden gebruik gaan maken, zodat de globale productiviteit op een hoger niveau komt te liggen.
Wij maken kosten om banen te stelen van arme buitenlanders en het gevolg is niet dat we meer banen hebben, maar dat we minder spullen kunnen kopen van het geld dat we overhouden. Dat is zowel slecht als dom. Laten we er zo snel mogelijk mee ophouden.