Verkiezingen

Markten en democratische verkiezingen lijken behoorlijk veel op elkaar. Zowel markten als verkiezingen draaien om keuzes die bijna iedereen mag maken. In het ene geval kies je waar je je geld aan uitgeeft en in het andere waar je op stemt. Er vallen er verstandige keuzes te maken, maar mensen laten zich leiden door primitieve instincten, maatschappelijke normen, sociale druk en dergelijke.

De aanbodzijde is ook vergelijkbaar. Politieke partijen hebben stemmen nodig, net zoals bedrijven geld nodig hebben. Waar bedrijven gemotiveerd worden door winstmaximalisatie, motiveert verkiezingswinst de politiek. Propaganda is politieke marketing.

Op alle punten waar de markt faalt, kunnen democratieën dat ook. Denk bijvoorbeeld aan negatieve externaliteiten. Marktwerking verhindert niet altijd dat een fabriek haar kosten verlaagd door chemisch afval in een natuurgebied te dumpen, maar democratie verhindert evenmin dat de overheid haar macht vergroot door civiele doelen in het buitenland te bombarderen. Hoe kan het ene systeem een betrouwbare manier is om een land te besturen zin en het andere niet?

Een belangrijk verschil tussen markten en democratieën valt in het voordeel van markten uit. De keuzes die je maakt in markten hebben bijvoorbeeld vaak duidelijke gevolgen voor jezelf of de mensen om je heen. Er zit een systeem van beloning en straf in, waar mensen van leren om verstandiger keuzes te maken. Mensen die foute keuzes maken in verkiezingen daarentegen, lijden daar niet onder als de meerderheid beter kiest. Andersom, je hebt weinig gemak van een juiste keuze als de meerderheid het fout doet. Zo houden verkiezingen je dwaas.

Meer democratie en minder markten geeft politici meer macht. Dat maakt het vanzelfspreken dat veel politici dat product proberen te verkopen. Is het echter wel een verbetering? Denk daar goed over voor je stemt en wees op je hoede voor demagogen.